TRIBRU68 2 versie 3
Triënnale Brugge 1968

Eerste Triënnale voor Plastische Kunst in België

Brugge zet al meer dan twintig jaar sterk in op hedendaagse architectuur in harmonie met de bestaande stadskern. Zo opende het Concertgebouw in 2002 zijn deuren. Meer recent opende het BMCC (ontworpen door het Belgische architectuurbureau META, samen met Pritzker Prijs-winnaar Eduardo Souto de Moura) en in 2026 zal ook BRUSK zijn deuren openen voor het publiek. Maar de aandacht voor hedendaagse kunst en cultuur borrelde al veel vroeger op, ook in de hoofden van schepen Fernand Traen en auteur Paul de Wispelaere. Zij richtten daarom in 1957 het Onafhankelijk Cultureel Forum Raaklijn op.

Onder deze impuls werd in 1968 door toenmalig burgemeester Pierre Vandamme de Eerste Triënnale voor Plastische Kunst in België geopend. Met een groots opgezette tentoonstelling kregen hedendaagse, Belgische kunstenaars, waaronder klinkende namen als Marcel Broodthaers, Jef Geys, Panamarenko en Roger Raveel, een platform naar het grote publiek.

Ondanks goede bezoekerscijfers – 12.851 personen bezochten de tentoonstelling – werd de Eerste Triënnale voor Plastische Kunst in België ook bekritiseerd vanuit verschillende hoeken. Zo uitte de lokale pers regelmatig onbegrip voor sommige kunstwerken, in het bijzonder werd Grande Casserole de Moules van Marcel Broodthaers geviseerd. Maar ook vanuit de kunstwereld klonk kritiek, vooral op de selectie van kunstenaars en de manier waarop deze verliep. Deze verontwaardiging mondde uit in een ware tegen-tentoonstelling genaamd Kontra-Punt die opende op dezelfde avond als de triënnale. Ook bij die tentoonstelling werd gewerkt met een selectie van kunstenaars waardoor er plannen ontstonden om nog een expositie te organiseren met de tweemaal geweigerde kunstenaars. Deze expositie is uiteindelijk niet doorgegaan.

Zo zorgde de Eerste Triënnale voor Plastische Kunst in België voor een kleine aardverschuiving in het Brugse cultuurlandschap en legde de basis voor de edities erna.