De impact van de culturele revolutie op zijn familie en de ingrijpende urbanistische kaalslag in zijn thuisstad Beijing komen steeds terug in het oeuvre van Song Dong. Ook in de monumentale installatie die hij maakte naast de Sint-Salvatorskathedraal. Het werk is gebaseerd op de traditie van de bonsai, waarbij de mens op artificiële wijze de natuur probeert te bedwingen en te controleren.
In dialoog met het Brugse historische erfgoed wijst Song Dong op de bouwwoede in zijn eigen land, waar men op een heel andere manier met erfgoed omspringt. Historische paleizen, tempels en hele buurten moeten er plaats ruimen voor wolkenkrabbers en winkelcentra. Ironisch genoeg worden de authentieke gebouwen soms nagebouwd als kopie van de originele.
In Brugge creëerde Song Dong een Chinese rotstuin, waarin hij oude Chinese ramen integreerde die hij van de sloophamer heeft gered. De ramen verwijzen zowel naar verhalen en herinneringen uit het verleden als naar het heden en de toekomst van de stad. De grote neonletters ‘Wu Wei’ oftewel ‘niet-handelen’, – sporen ons aan om doen door niet te doen, mee te gaan met de stroom der dingen. Een uitnodiging tot reflectie of een impliciete kritiek?
Song Dong
Song Dong (°1966, Beijing, CN) groeide op in een welvarend traditioneel gezin, dat door de economische en maatschappelijke ontwikkelingen in China in de armoede verzeilde. Zijn vader werd tijdens de Culturele Revolutie in een heropvoedingskamp vastgezet.